zondag 18 augustus 2019

Vlinders

Dag allemaal.

Heb ik verleden week iets verteld over een van de bekendste vlinders in ons land, de Atalanta, ga ik deze keer iets meer laten weten over vlinders in het algemeen.
Het is een artikel uit Egelskop, het elektronische tijdschrift van de toenmalige Milieugroep Nissewaard. Het artikel is van de hand van Ria Mellegers en ik heb het hier en daar bewerkt. De foto’s zijn van mij afkomstig.

Het leven van een vlinder is relatief kort, ten opzichte van de tijd die de vlinder als rups doorbrengt. De meeste vlinders leven slechts enkele dagen of weken. De Citroenvlinder bereikt de hoogste leeftijd van onze inheemse soorten, die kan ongeveer 12 maanden oud worden.

De meeste soorten overwinteren als rups of als pop, echter de Citroenvlinder, Dagpauwoog, Gehakkelde Aurelia en Kleine Vos overwinteren als volwassen vlinder. De Luzernevlinder, Atalanta en Distelvinders zijn trekvlinders. In het najaar vliegen zij naar het zuiden, naar het Middellandse zeegebied. De volgende generatie vliegt in het voorjaar weer terug naar het noorden.
Niet echt duidelijk maar het is een Distelvlinder

Vlinders zijn koudbloedige insecten en hebben daarom zonnewarmte nodig om hun lichaamstemperatuur te regelen.

De tekening heb ik geleend overgenomen.


Het vlinderlichaam bestaat uit een borststuk, opgebouwd uit drie segmenten, een kop met twee antennes en een roltong. Aan ieder segment zit een paar poten, aan het achterste segment de vleugels. Het achterlichaam is opgebouwd uit tien segmenten waarbij de laatste twee/drie met elkaar zijn vergroeid tot een geslachtsorgaan. Mannetjes hebben aan het uiteinde van hun lichaam een paar tangvormige uitsteeksels waarmee ze tijdens de paring het vrouwtje vasthouden. Vrouwtjes hebben een soort van legbuis om de eitjes mee op de waardplanten af te zetten. Rupsen die uit de eitjes komen zijn ware “vreetmachines”.
Rups van de Wapendrager.

Ze beginnen direct de eierschaal op te eten waaruit ze gekropen zijn en gaan vervolgens verder met de plant waarop ze zich bevinden. Ze zijn erg kieskeurig wat betreft de planten waar zij van eten, dit komt door het onvermogen om bepaalde planten te verteren en te ontgiften.
Brandnetel is de waardplant van onder andere Atalanta, Dagpauwoog, Kleine Vos en Gehakkelde Aurelia en nog een flink aantal meer.

Je kan flink jeuk krijgen van de brandharen, maar voor de vlinder is het een nuttige plant. De huid van een rups is niet elastisch, als hij volgegeten is vervelt hij om zo weer verder te kunnen eten. De meeste rupsen vervellen vier tot vijf keer. Bij de laatste vervelling komt er niet een grotere rups maar een pop tevoorschijn. In het popstadium vindt de metamorfose plaats, als deze is voltooid barst de pop open en kruipt de vlinder naar buiten. De vlinder pompt de opgefrommelde vleugels vol met lichaamsvloeistoffen om op deze manier de vleugels in een kwartier te ontplooien, blijft dan nog een paar uur hangen om de vleugels te laten drogen en als de vleugels goed zijn uitgehard pompt hij de lichaamsvloeistoffen weer terug. De meeste vlinders verpoppen vroeg in de ochtend.
Rups van de Kleine Vos.

De pop is kwetsbaar, heeft geen poten en kan niet eten. Lang niet alle rupsen bereiken het stadium van volwassen vlinder, omdat vele sneuvelen als rups of pop doordat zij door predatoren (dieren die zich voeden met andere dieren) opgegeten worden. Een vlinder ziet met de ogen, ruikt met de antennes en proeft met smaakharen die zich aan de voorpoten bevinden. 
Dagpauwoog.

Voor diegenen die er interesse in hebben geef ik de link naar de lijst van waardplanten op de website van de vlinderstichting.


Voor deze keer is het weer gedaan.
Tot gauw, voor nu groeten en liefs van Henk.



Geen opmerkingen:

Een reactie posten